N-VA vraagt voldoende aandacht voor veiligheid bij opstart wekelijkse markt

Het stadsbestuur kondigt aan dat de wekelijkse markt op donderdag 5 november opnieuw kan doorgaan op de Nieuwe Markt. N-VA Harelbeke is verheugd dat de markt terug naar het stadscentrum trekt, maar is verontrust over de timing. De markt is immers nog helemaal niet af en dit roept vragen op omtrent de veiligheid en haalbaarheid.

Het is gemeenteraadslid Patrick Claerhout die aan de alarmbel trekt: “Onze Nieuwe Markt is helemaal nog niet afgewerkt. Zo liggen de toegangswegen naar de parkings er nog niet. Waar zullen onze marktgangers dan precies parkeren? Alvast niet in het centrum, want dit is nog een bouwwerf. Niet iedereen komt immers te voet of met de fiets. Ook het binnenplein moet nog aangelegd worden en in de omgeving staat het nog vol met werfvrachtverkeer.”

N-VA Harelbeke stelt zich dan ook vragen bij deze voorbarige aankondigingspolitiek. Er moeten immers zo’n 70-tal marktkramen komen. Wij verwelkomen graag en met open armen al onze marktkramers, maar hen standplaatsen aanbieden op een onafgewerkte markt is onveilig en getuigt niet van veel respect. Zij en onze burgers verdienen betrouwbare en zekere informatie. Geef hen op zijn minst een afgewerkte markt waar het aangenaam vertoeven is, ook al vergt dit nog wat meer tijd.

“De wegen moeten nog worden aangelegd en het plein moet nog worden opgeleverd voor de ingebruikname. De minimum-uithardingstijd van één maand kan niet meer gegarandeerd worden. Wat als er schade voorvalt of er gebeuren ongelukken? Zal het stadsbestuur verantwoordelijkheid nemen als iets misgaat?” waarschuwt Claerhout. “Het is geen sexy boodschap, maar wel een eerlijke.”

Het stadsbestuur kondigt ook de komst van een Kerstmarkt aan met ijspiste, chalets en winterbar. Zal de wekelijkse markt dan opnieuw moeten uitwijken naar het Forestierstadion?

Patrick Claerhout: “De werken duren lang, maar nu overhaast tewerk gaan is niet the way to go. Laat de opening een schot in de roos zijn in plaats van half afgeleverd werk. Onze marktkramers en burgers verdienen dat.”