U bent hier
Leve onze lokale handel en economie! Vijf constructieve voorstellen voor Harelbeke.
Op de gemeenteraad van 17.02.2020 stond de toekomstvisie lokale economie op de agenda. Een uitgebreid plan ter ondersteuning van onze lokale economie dat vier doelstellingen en talrijke actiepunten omvat. Met de N-VA-fractie deden we vijf constructieve voorstellen om het plan aan te vullen waar nodig.
Helaas riep de burgemeester op om tegen alle vijf de punten te stemmen. Een gemiste kans om de toekomstvisie lokale economie aan te vullen met concrete en noodzakelijke acties. Wij blijven alvast verder werken en voorstellen indienen om onze stad beter te maken!
Concreet vroegen wij om volgende vijf zaken in te schrijven in de toekomstvisie:
- WINKELGEBIED VERSTERKEN
- VERHOGING PREMIES
- STREEKPRODUCTENBELEID
- TOERISMEBELEID
- BELEVING CENTRAAL
Hieronder kan u uitgebreid de tussenkomst van raadslid Wout Patyn over de vijf voorstellen lezen. In de zijbalk vindt u een pdf-versie van de toekomstvisie lokale economie.
--
Bedankt meneer de voorzitter
Ik zal mijn collega Patrick hier naast me aanvullen. Hij heeft het als ex-economieschepen voornamelijk gehad over de link met het verleden, ik zou het graag hebben over de toekomst en daarmee ook een bijdrage vanuit onze fractie aan het plan willen leveren.
En aangezien het opnieuw een korte gemeenteraadsagenda is, kunnen we hier wat uitgebreider ingaan op de toekomstvisie lokale economie. Enorm belangrijke materie om de toekomst van onze stad mee vorm te geven.
(1) Namelijk om welvaart te creëren, want zonder welvaartscreatie stokken ook de mogelijkheden om sociaal beleid te voeren, zullen investeringen in onze mobiliteit en infrastructuur achterblijven. Een noodzaak die ik ook aanhaalde bij de bespreking van de meerjarenplanning en waar ons inziens ook te weinig centen voor voorzien zijn.
(2) Maar ook om de beleving in onze stad op te waarderen. Lokale handel staat vandaag sterk onder druk, door o.a. de sterke stijging van de digitale economie, de koper wordt kritischer, meer en meer leegstand, enzovoort. Dan stelt zich de vraag: "Hoe zal je kopers lokken naar de fysieke winkelplaats". Daarin zal je alleen in slagen als je sterk inzet op beleving.
Het plan zelf bestaat uit vier doelstellingen, nog eens onderverdeeld in talrijke actiepunten. Er staan heel wat zaken in waar ik me kan in vinden en die noodzakelijk zijn om onze lokale economie een boost te geven. Ik denk bijvoorbeeld aan de afbakening van een kernwinkelgebied (1), het bestrijden van leegstand (2), verstandig nadenken over onze ruimtelijke ordening ‘waar en welke soort winkels gaan we inplannen in onze stad’ (3), een sterke ondersteuning van het handelscomité ... (4)
Uiteraard staan er ook zaken in waar ik me niet kan in vinden, maar misschien nog belangrijker, er ontbreken een aantal essentiële zaken om het plan volledig te doen slagen. En ik hoop dat jullie met de meerderheid onze bezorgdheden serieus bekijken en ook in overweging nemen om het plan bij te schaven.
Concreet stellen wij vijf extra actiepunten voor, bovenop de actiepunten die jullie al vastgelegd hebben. We dienen deze ook in als amendementen. Niet omdat we van mening zijn dat het huidige plan dat nu voorligt niet goed is, absoluut niet, we zien dat daar goed over nagedacht is en het gaat de juiste richting uit, maar omdat we denken dat het nog beter kan.
1. Afbakening kernwinkelgebied herbekijken
De afbakening van een kernwinkelgebied is een absolute noodzaak. Het is trouwens ook een beleidsmaatregel die voortvloeit uit het Vlaams decreet ‘integraal handelsvestigingsbeleid’ en het ‘handelsvestigingsconvenant’. Belangrijk hierbij is, is dat naast de concrete afbakening van zo’n kernwinkelgebied, is het ook nodig om het type winkelgebied (1) te definiëren.
Als we daarover spreken gat het over functioneel winkelen, ofwel ook runshoppen genoemd, of over recreatief winkelen, het zogenaamde funshoppen. Het funshoppen is uiteraard ambitieuzer en moeilijker om te bewerkstellingen dan het runshoppen.
En dit lees ik nergens in het plan en ik heb een vermoeden dat jullie er zelf ook niet echt uit zijn welke richting jullie daarmee uit willen. Nochtans is het belangrijk daar een visie op te hebben om het beleid daarop te kunnen afstemmen. Graag had ik vernomen welke visie jullie precies voor ogen hebben.
Over de afbakening van het winkelgebied (2) zelf stellen we ook een aantal vragen. Zo zien we dat de Stationsstraat en de Noordstraat zijn opgenomen in het kernwinkelgebied. Wellicht om de link te leggen met het openbaar vervoer aan het station en misschien zelfs naar het cultureel centrum. Maar er zijn daar uiteraard weinig tot geen handelszaken en horeca en toekomst daarvoor zie ik ook niet. Dan stel ik me de vraag of het wel noodzakelijk is die straten erin op te nemen. (2.1)
We zien ook dat het gebied rond de kerk, het Paretteplein, niet is opgenomen in het plan. Dat vind ik ietwat vreemd aangezien deze straten wel essentieel zijn om beleving in het centrum te organiseren. (2.2)
Het meest opvallende is dat de marktstraat niet is opgenomen. De straat verklapt nochtans zijn historische wortels, marktstraat, al van bij het vroege ontstaan van Harelbeke maakt deze straat essentieel deel uit van het handelscentrum in onze stad. En nu kiezen jullie ervoor om de Marktstraat buiten het kerngebied te plaatsen.
En ik begrijp ergens wel jullie redenering, dat jullie handel, horeca en diensten zoveel mogelijk willen centraliseren, maar we kunnen er niet omheen dat er nu eenmaal heel wat handel, horeca en diensten zijn in de marktstraat en die worden nu uitgesloten van het kernwinkelgebied. Het is dus een bewuste keuze die jullie maken om een heel wat zaken zo buiten spel te zetten. (2.3)
Concreet vragen we dus om het kernwinkelgebied te herzien en het Paretteplein erin op te nemen, alsook de marktstraat indien de premies niet verhogen. En ik zeg nadrukkelijk bij ‘indien de premies niet verhogen’, want dit brengt me bij mijn tweede punt, namelijk …
2. Herziening en verhoging van de premies
Doormiddel van verhuispremies willen jullie handel en horeca overhalen om zich te verplaatsen naar het kernwinkelgebied. Die premie bedraagt 10.000 euro wat voor ons een te laag bedrag is. Een zaak verhuizen doe je niet zomaar en is zeer kostelijke operatie.
Iets wat ook wel te verwachten was aangezien in de meerjarenplanning te weinig centen voorzien zien voor onze lokale economie. Zeker bij de opstart van een nieuwe handelskern, daar moet je toch wel echt wel in gaan investeren. Dan zie je gewoon dat het niet in de bovenste schuif ligt. Dat was al van in den beginnen onze kritiek. We stellen dus voor om die verhuispremie minstens te verdubbelen naar 20.000 euro.
Aansluitend is ook de starterspremie te laag, zeker voor de opstart van de markt waar het absoluut noodzakelijk voor is dat dit een succesverhaal wordt van in den beginne. Om een startersimpuls te geven zijn nochtans verschillende mogelijkheden: zo kon voor de piste gekozen worden om nieuwe uitbaters een jaar vrij te stellen van huur. Dit zou een goeie incentive zijn om nieuwelingen aan te trekken. Beter had ook geweest om in het begin van de opening van het winkelkerngebied een hoger premiebedrag te voorzien, dan in de plaats elk jaar die 10.000 euro. Daarom stellen we voor om de starterspremie minstens voor het eerste jaar te verdubbelen naar 20.000 euro.
Uiteraard willen we dezelfde logica doortrekken voor de samenvoegpremies en ook daar een verdubbeling zien.
We willen dit bekostigen door in de eerste plaats de budgetverhoging budgetneutraler te maken (1) door nu bij de opening van het kernwinkelgebied meer centen te voorzien, en op het einde van de legislatuur wat minder, jullie kunnen komende jaren dan nog altijd beslissen of je opnieuw naar een verhoging gaat (2) door in het algemeen meer centen te voorzien, toch minstens in het eerste jaar, door duidelijk de keuze te maken om te kiezen voor onze handelaars en lokale economie.
De twee actiepunten die ik net heb toegelicht horen bij elkaar: jullie willen het kernwinkelgebied zoveel mogelijk centraliseren, een goede zaak, maar dan moeten er ook voldoende centen voorzien zijn om die centralisering mogelijk te maken. Dus voor ons mag de marktstraat uit het kernwinkelgebied gelaten worden, maar dan moeten de premies herzien en verhoogd worden. Indien niet, dan pleiten we om voorlopig wel nog de marktstraat in het kernwinkelgebied op te nemen.
3. Streekproductenbeleid
Ik ga een stukje uit het meerjarenplan voorlezen om dit punt te kaderen:
“Daarom hanteren we zo veel mogelijk het principe van de “korte keten”. Concreet wil dit zeggen dat we zo lokaal mogelijk onze boodschappen doen. We ondersteunen hiermee de kleinhandel en lokale boeren.”
Ik vind het dan ook vreemd dat ik weinig tot niets lees over een streekproductenbeleid. Nochtans heeft onze stad hier heel wat troeven in petto die we moeten inzetten. Meer concreet gaat dit over het opstellen van een streekproducteninventaris (1), een dag van de streekproducten organiseren (2), verder inzetten op de boerenmarkt en zo de korte keten bevorderen (3), de invoering van een streekproductenlabel (4), het gebruik van een streekproductenmand (5) …
4. Toerismebeleid
Ook het toerismeaspect werd achterwege gelaten in het voorliggend plan. In de lijn van het voorgaande punt vragen we de stad om een toerismeplan op te stellen om onze stad maximaal op de kaart te zetten.
Ik weet dat het domeinoverschrijdend is, maar onze stad heeft heel wat toeristische troeven en er moet eens grondig nagedacht worden hoe we de link met onze handelskern zullen leggen. Nu zijn alle diensten naast elkaar aan het werken zonder eenduidige visie. We vragen dus een concreet engagement om een toerismeplan op te maken, in de lijn van deze toekomstvisie lokale economie.
5. Beleving centraal
Niet dat het luik ‘beleving’ nu nog niet opgenomen is in het plan, maar ik zou er toch graag dieper op ingaan omdat het van dusdanig belang is om het winkelkerngebied te doen slagen en het imago van onze stad op te krikken.
Als we het over beleving hebben dan gaat het over bezoekmotieven. Dewelke en de hoeveelheid bezoekmotieven is hierbij van belang.
(1) In de eerste plaats lees ik in het beleidsplan het volgende: “De vernieuwde marktplaats zal – vermoedelijk – beschikken over straatmeubilair.” Ik hoop dat die ‘vermoedelijk’ een schrijffout is en daar overbodig staat, want onze vernieuwde marktplaats MOET beschikken over straatmeubilair om de beleving maximaal te faciliteren: zitbanken, vuilnisbakken, groen in het straatbeeld, voldoende en veilige fietsenstallingen, en zelfs eventueel kunst enzovoort.
In de budgetten is ook 50.000 euro voorzien in 2020 om een pop-up te voorzien langs de Leieboorden ter vervanging van het verdwenen paviljoen. De jaren nadien zijn daarvoor echter nog geen plannen wat ik betreur. We stellen dus voor, uiteraard na evaluatie, om dit project uit te werken tot extra beleving in onze stad.
(2) Ten tweede zou ik graag mijn oproep herhalen die ik indertijd ook op de raadscommissie gemaakt heb: zet maximaal in op veiligheid. Voorzie daarom ook camerabewaking, bijvoorbeeld ook bij de fietsenstallingen om fietsdiefstal te ontmoedigen. Schepen Naert zei toen dat die mogelijkheden er zijn, gebruik die dan ook.
(3) Ten derde had ik graag ingegaan op het parkeerbeleid op en rond het marktcentrum, een essentiële factor voor een bloeiende kern tot stand te brengen. En dit is een evenwichtsoefening tussen het voldoende voorzien van parkeerplaatsen en het waarderen van uw openbare ruimte, want auto’s in het straatbeeld zijn nu niet onmiddellijk de mooiste aanblik. En op heden denk ik dat dit evenwicht verstoord is doordat er toch heel wat parking voorzien is, die de beleving in de weg staat, zo hebben we geen mooi open evenementenplein. Iets dat in de toekomst toch wel moet bekeken en overwogen worden.
Ik ben dus tevreden dat jullie kijken voor andere parkeeropties en wij achten het met onze fractie niet onmogelijk dat er in het handelscentrum zelf extra plek wordt gemaakt voor beleving en er parkeerplaatsen verdwijnen.
Bijkomend vragen we een zone voor lang parkeren. De blauwe zone bewijst zijn dienst, maar om het parkeerbeleid maximaal te diversifiëren zijn we van mening dat er ook parkeerplaatsen moeten voorzien zijn voor lang parkeren. Als er diverse horecazaken, bistro’s of zelfs restaurants zijn dan is lang parkeren een must. Dit kan bijvoorbeeld in de toekomst ook aan de overkant van de Leie.
--